Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult niets gedesemds [7]op hetzelve eten; zeven dagen zult gij ongezuurde [broden] op hetzelve eten, een brood [8]der ellende (want in der haast zijt gij uit Egypteland uitgetogen); opdat gij gedenkt aan den dag van uw uittrekken uit Egypteland, al de dagen uws levens. 7. Te weten, feest. Anders, daarmede; te weten, met het lam, en daarna met de offeranden. 8. Dat is, waarmede gij indachtig zult zijn aan de verdrukking, die gij in Egypte geleden hebt; of zulk brood, wat in der haast zowat toegemaakt wordt, wanneer de nood en de haast niet toelaten dat men het naar gewone wijze ten volle bereide en aangenaam of smakelijk make.